Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Al de getelden des legers [7]van Juda waren honderd [8]zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen [9]vooraan optrekken. 7. Zijnde daaronder begrepen de stammen van Issaschar en Zebulon, waarvan Juda de voornaamste was. Alzo voortaan van de anderen, als: van het leger van Ruben, vs.16; Efraim, vs.24; Dan, vs.31. 8. Hebreeuws, tachtig duizend en zes duizend. 9. Dat is, in het reizen den voortocht hebben.